In het seizoen 2019-2020 wordt een aantal spelregelwijzigingen van kracht.
1. Doeltrap of vrije trap (verdedigend team) hoeft de zestien niet meer uit
De bal hoeft bij een doeltrap niet meer het zestienmetergebied te verlaten voordat een speler de bal mag aanraken. Hetzelfde geldt voor vrije trappen voor de verdedigende partij in het eigen strafschopgebied. Spelers van de tegenpartij mogen pas in het strafschopgebied komen als de bal bij een doeltrap in beweging is gebracht.
2. Ook teamofficials kunnen gele/rode kaart krijgen
Scheidsrechters kunnen nu ook een gele of rode kaart geven aan teamofficials die zich schuldig maken aan ‘onbehoorlijk’ gedrag. Als niet duidelijk is wie de overtreding maakte, dan ontvangt de coach die op dat moment in de instructiezone als hoofdcoach optreedt, de gele of rode kaart.
3. Gewisselde spelers via de kortste weg van het veld
Een speler die gewisseld wordt, moet het veld verlaten bij de dichtstbijzijnde doel- of zijlijn, tenzij de scheidsrechter de speler toestaat om het veld te verlaten bij de middenlijn.
4. Scheidsrechtersbal
Omdat de scheidsrechtersbal in de huidige vorm vaak leidt tot een opstootje of een ‘gekunstelde’ hervatting bijvoorbeeld de bal na een scheidsrechtersbal diep op de helft van de tegenstander over de zijlijn te trappen wordt dit aangepast. Het laten vallen van de bal gebeurt voor slechts één speler en alle andere spelers moeten zich op minimaal vier meter afstand bevinden. Het spel zal dan op de ‘normale’ wijze worden voortgezet, dat wil zeggen dat de bal niet terug wordt gegeven aan de tegenstander. Als het spel werd onderbroken terwijl de bal, of het laatste contact met de bal, in het strafschopgebied was, dan geeft de scheidsrechter de bal aan de keeper van de verdedigende partij. In alle andere gevallen gaat de bal naar een speler van het team dat de bal het laatst geraakt heeft op de plaats waar de bal werd geraakt.
Als de bal de (assistent)scheidsrechter raakt, volgt in bepaalde gevallen een scheidsrechtersbal voor het team dat de bal het laatst in bezit had voordat de (assistent)scheidsrechter werd geraakt.
Dat geldt in onderstaande gevallen:
1 Als hierdoor de bal in het doel gaat.
2 Als hierdoor een kansrijke aanval ontstaat.
3 Als hierdoor het andere team in balbezit komt.
4 In alle andere gevallen gaat het spel gewoon door.
5. Muurtje
Als het verdedigende team een ‘muurtje’ vormt van drie of meer spelers, dan moeten de spelers van het aanvallende team minimaal één meter afstand houden van het ‘muurtje’.
6. Hands
Een doelpunt wordt voortaan altijd afgekeurd als de bal een arm of hand heeft geraakt, ook al is het onbedoeld en is er sprake van aangeschoten hands. Het creëren van een scoringskans met de hand mag evenmin.
Een speler zal normaal gesproken niet worden bestraft wanneer de bal zijn hand of arm raakt als de bal kaatst vanaf het eigen lichaam van de speler of van het lichaam van een andere speler (van beide teams) en als een speler valt met de hand of arm als steun tussen het lichaam en de grond.
7. Keeper
Als een keeper de bal direct in de goal van de tegenstander gooit, volgt er een doeltrap.
Als een keeper een bal tevergeefs heeft geprobeerd weg te werken en deze komt weer bij hem/haar terug, dan mag de keeper de bal met de hand pakken, zonder dat dit een overtreding is.
8. Penalty’s
Als de strafschopnemer van een team geblesseerd is geraakt, mag hij/zij (snel) worden verzorgd (op het veld) en daarna de stafschop nemen.
De penalty mag niet worden genomen als de keeper de doelpalen, de lat of het net aantikt.
De keeper moet zich op (niet voor of achter) de doellijn bevinden bij het nemen van een strafschop, maar hoeft slechts één voet op de doellijn te hebben (of daarboven als deze in de lucht is) als de strafschop wordt genomen.
9. Aftrap
Het team dat de toss wint mag of bepalen aan welke kant ze het doel aanvalt of ervoor kiezen de aftrap te nemen.
10. Inworp
Tegenstanders moeten ten minste twee meter afstand houden van het punt op de zijlijn waar een inworp wordt genomen, zelfs als de inwerper zich achter de lijn bevindt.